Algemene informatie
Auteur: Nescio (pseudoniem van J.H.F. Grönloh)
Titel: Titaantjes
Plaats van uitgave: Amstelveen
Jaar van uitgave: 2010
Jaar van eerste uitgave: 1915
Aantal pagina's: 46
Genre: Historische Roman
Samenvatting:
Koekebakker, Hoyer, Bekker, Ploeger en Bavink vormen een vriendengroep, De Titaantjes. Ze komen vaak bij elkaar en bespreken dan wat ze van het leven vinden. Ze bespreken hoe het is en hoe het eigenlijk had moeten zijn. Ze denken dat de rijke heren het veel beter hebben dan zij, maar toch denken ze ook weer van niet. Uiteindelijk gaan ze elk hun eigen weg.
Na 6 jaren rondzwerven besluit Koekebakker om weer terug te gaan. Hij krijgt weer de verlangens terug die hij had, maar beseft dat ze nooit zullen uitkomen. Koekebakker gaat zijn vrienden opzoeken en kijken wat er van iedereen is terechtgekomen. Hoyer is nog steeds een zeer succesvolle schilder. Hij heeft erg veel geld en woont nu bij een vrouw achter het concertgebouw. Bavink schildert nog steeds maar is een alcoholist en krankzinnig geworden. Ploeger verdient erg weinig. Hij werkt bij een gasfabriek. Hij is erg ongelukkig en heeft veel kinderen. Koekebakker, de ik-persoon, is journalist. Hij verdient niet veel maar is tevreden met wat hij krijgt.
Verwerkingsvragen
De stroming van dit boek is de neoromantiek. Kenmerken van de neoromantiek zijn:
- De neoromanticist uit zijn gevoelens en observaties in zijn werken. Ze halen hun informatie uit de werken van kunstenaars uit de tijd van de Romantiek. Ze halen inspiratie uit plaatsen waar zij zich bevinden in historische weidse landschappen. Door hun gevoel te uiten, reageren zij in het algemeen op de 'lelijke' moderne wereld van nieuwe steden, machines en welvaart.
- Thema's in de neoromantiek zijn het verlangen naar de perfecte liefde, utopische landschappen, door de natuur veroorzaakte ruïnes en de romantische dood. Andere thema's zijn de zwerflust, het zich afzetten tegen de maatschappij, het hebben van onvervulde verlangens en het reizen naar het verleden.
- In de neoromantische literatuur kom je het verschijnsel escapisme vaak tegen. Dit is de neiging om de alledaagse werkelijkheid te ontvluchten.
Deze punten zal ik toelichten met behulp van voorbeelden uit het boek 'Titaantjes'.
- Als eerste gaat het hele boek over de gevoelens en gedachtes van de ik-persoon. Je kijkt als het ware in zijn hoofd en leest over zijn gedachten. Dat is dus een duidelijk kenmerk van de neoromantiek. Ook wordt er in het boek veel over weidse landschappen gesproken. De vijf vrienden zitten vaak aan het strand of in een weiland. Ze dromen ook vaak over een leven op de hei. Een citaat waaruit dit blijkt is bijvoorbeeld "Toen begon Bekker weer over de hei te praten. Daar wilden-i stilletjes wonen en maar afwachten wat God met 'm voorhad." De vijf vrienden zijn ook 'tegen' de moderne wereld van nieuwe steden, machines en welvaart. Ze hebben het constant over 'de nette heeren' en 'de andere menschen'. Dat waren de bazen en de rest van de wereld behalve zij zelf. Ze vonden dat deze mensen maar deden alsof ze heel wat waren en hadden het niet zo met ze. Ze houden niet van hun werk en zo uiten ze dus hun gevoelens over de moderne wereld.
- Een voorbeeld van het verlangen naar de perfecte liefde is het volgende citaat: "En verliefd waren we. Bekker liep maanden lang iederen morgen over de Sarphatistraat waar hij niets te maken had. Hij hield van een schoolmeisje van een jaar of zeventien en liep vijftig pas achter haar of aan de overzij van de straat en keek naar haar." De utopische landschappen komen ook vaak voor in het boek, want ze zitten dikwijls op het strand aan zee naar de zonsondergang te kijken en er wordt dan duidelijk beschreven hoe mooi dat is. De zwerflust komt ook duidelijk naar voren in het boek. Een voorbeeld hiervan is dit citaat: "'s Zondags liepen wij uren en uren ver over wegen, waar zij nooit kwamen, en op kantoor dachten wij aan de slootjes en de weilanden, die wij gezien hadden en terwijl de heeren ons bevalen dingen te doen waarvan wij 't nut niet begrepen, dachten wij er aan hoe Zondagavond de zon was ondergegaan achter Abcoû." De vijf vrienden zetten zich ook duidelijk af tegen de maatschappij. Dit blijkt uit het volgende citaat: "Wij waren boven de wereld en de wereld was boven ons en drukte zwaar op ons. Heel in de diepte zagen wij de wereld vol bedrijvigheid en verachtten de menschen, de gewichtige heeren vooral, de heeren, die 't druk hebben en die denken dat zij 't aardig ver in de wereld hebben gebracht. " De hoofdpersoon heeft het ook veel over onvervulde verlangens. Een voorbeeld hiervan is "In mijn jongenstijd heb ik vaak genoeg gewenscht, dat er nu eindelijk eens iets zou gebeuren. Maar er gebeurde nooit iets. Zelfs verhuis zijn we nooit. "
- Het escapisme komt ook duidelijk voor in het boek. De vijf vrienden willen namelijk wegvluchten van de maatschappij in die tijd. Ze willen weg van hun werk en weg van hun bazen. Ze willen 'eruit'. Maar ze weten niet hoe ze dit kunnen doen. Dit blijkt ook uit het volgende citaat: "Wat we eigenlijk doen zouden is ons nooit duidelijk geweest. Iets zouden we doen. Bekker had een vaag besef dat-i alle kantoren wilde afbreken, Ploeger wilde zijn baas z'n eigen klokken laten inpakken en er bij gaan staan met een sigaar in z'n hoofd en vloeken op die kerels die nooit iets goed konden doen. Eéns waren we 't, dat we 'eruit' moesten. Waaruit, en hoe? "
Dit boek hoort duidelijk bij de stroming neoromantiek. In het voorgaande is al te zien dat er voor bijna alle kenmerken van de neoromantiek voorbeelden zijn te noemen in het boek. Wat voor mij vooral heel duidelijk naar voren kwam, was het afzetten tegen de maatschappij in die tijd en ook het onvervulde verlangen. Dit zijn kenmerken van de neoromantiek en hieruit blijkt dus dat dit boek in deze stroming thuis hoort.
woensdag 9 oktober 2013
woensdag 29 mei 2013
Vergelijking tussen boek en film Max Havelaar
Ik vond dat de verfilming van het boek 'Max Havelaar' een goed beeld gaf van het verhaal in het boek. In de film zijn de personages uit het boek goed afgebeeld en de problemen komen ook overeen met die in het boek. Het verhaal van Adinda en Saidjah is bovendien precies hetzelfde als in het boek. Droogstoppel komt echter weinig in de film voor, terwijl hij in het boek veel aan het woord is. Dit is een klein verschil tussen de film en het boek.
Max Havelaar is in het boek een romantisch persoon. Zo wordt hij ook afgebeeld in de film. Hij is idealistisch door zijn fantasieën om de inlanders te verlossen van de slavernij en uitbuiting. Max Havelaar komt in het verhaal in opstand tegen het milieu waarin hij leeft, dit is een kenmerk van de romantiek. Max Havelaar onderscheidt zich van de rest, want iedereen vond de omgang met de bewoners van Nederlands-Indie normaal, Max Havelaar niet.
Zoals ik eerder al zei, komt Droogstoppel niet zo veel in de film voor. In het boek juist wel. Daar wordt hij in het eerste hoofdstuk al beschreven als een gierige man die vol van zichzelf is en bovendien erg egoistisch is. Droogstoppel wil er alles aan doen om veel geld te verdienen en zichzelf hoger op te werken. In het boek is maakt Droogstoppel zeker een deel uit van het verhaal, in de film nauwelijks. Dit is een verschil tussen het boek en zijn verfilming.
Zoals ik eerder al zei, komt Droogstoppel niet zo veel in de film voor. In het boek juist wel. Daar wordt hij in het eerste hoofdstuk al beschreven als een gierige man die vol van zichzelf is en bovendien erg egoistisch is. Droogstoppel wil er alles aan doen om veel geld te verdienen en zichzelf hoger op te werken. In het boek is maakt Droogstoppel zeker een deel uit van het verhaal, in de film nauwelijks. Dit is een verschil tussen het boek en zijn verfilming.
De schrijver van het boek, Eduard Douwes Dekker, heeft dit boek geschreven met het doel om de uitbuiting en slavernij in Nederlands-Indie te stoppen. Hij wilde door het schrijven van dit boek, de problemen tonen aan een groot publiek. Hij wilde de realiteit veranderen en het publiek tot inzicht laten komen dat het niet kon hoe het er in Nederlands-Indie aan toe ging. Deze drang om de uitbuiting op te lossen, wordt ook teruggezien in het boek zelf. Max Havelaar wil namelijk zelf zijn baan en zijn leven opofferen om de inlanders te helpen. De schrijver van het boek dacht er ook over, en probeerde de inlanders te helpen door dit boek te schrijven.
Het boek heb ik niet met veel plezier gelezen. De schrijfstijl trok mij namelijk niet erg aan. Het is naar mijn mening een beetje saai geschreven en ik moest moeite doen om het uit te lezen. De film sprak me meer aan. Dit komt denk ik omdat ik hier naar bewegende beelden keek en er af en toe nog iets levendigs gebeurde. Ik vind echter het verhaal van het boek en de film wel interessant. Het feit dat een man zoveel op wilt geven om andere mensen te helpen, intrigeert mij. Als het boek wat levendiger geschreven was, had ik het denk ik wel leuk gevonden.
woensdag 15 mei 2013
Groepsopdracht 'Het leven uit een dag'
Gemeenschappelijk deel
Wat waren jullie verwachtingen? In welke mate zijn
die uitgekomen?
Wij verwachten dat dit
een interessant boek is, het gaat over een totaal ander leven, een leven waar
elke daad éénmalig is en je dus niks een tweede keer kan doen. Dit komt doordat
het leven maar een dag duurt. Omdat je alles in je leven maar één keer meemaakt
in dit boek denken we dat we heel veel te maken zullen krijgen met keuzes die
de hoofdpersonen zullen maken en dat dit interessant is om te weten omdat je eigenlijk
bij elke keuze die je maakt goed na moet denken omdat het zomaar over kan zijn.
Toen wij aan meneer Philipsen vertelden wat voor boek we hadden gekozen was hij
erg enthousiast. Hij zei meteen dat het een mooi en indrukwekkend boek was.
Hierdoor hebben wij ook een hogere verwachting van het boek.
Onze verwachtingen
zijn grotendeels uitgekomen want we vonden het inderdaad een interessant boek
met een verrassend einde. Het is leuk om te zien hoe dit leven verschilt met
dan van ons en wat de karakters met de keuzes doen die ze hebben.
Geef een titelverklaring.
Het boek gaat over een
leven op aarde dat maar één dag duurt. En misschien kan het ook nog een dubbele
betekenis hebben, bijvoorbeeld als je gaat kijken naar iemand en daarvan een
dag meeloopt dan kan je dat ‘het leven uit een dag van …’ noemen, in dit geval
dus het leven uit een dag van Benny.
Bespreek de personages.
Benny: dit is de hoofdpersoon van het boek. Je volgt het verhaal van zijn leven.
Hij gelooft niet alles wat iedereen tegen hem zegt en hij luistert niet naar
iedereen maar wil juist zelf ontdekken hoe het is, hij is eigenwijs en wil meer
weten van wat er na de dood komt. Hij gelooft niet in de hel maar hij gelooft
juist in dat er niks is (aan het einde van het boek). Hij maakt zijn eigen
regels op.
Gini: in het begin is ze nog een erg onschuldig, klein meisje dat nog niet veel
weet van wat ze moet doen met haar dag. Ze kwam ook eerst op rollenschaatsen en
kwam emotioneel uit de biologie klas. Maar na een aantal uur ontwikkelt ze zich
tot vrouw en verdwijnt het onschuldige een beetje maar niet helemaal want
tijdens de moord op een oude man is ze er niet echt met haar hoofd bij, waardoor
ze later ook in de hemel komt en niet in de hel.
Scant: een blinde man, Benny ontmoet hem als eerst in het café waar hij ook Gini
ontmoet. Zijn zintuigen zijn heel sterk ontwikkeld omdat hij ook blind is. Aan
het begin van het boek heb je erg veel medelijden met hem, omdat hij een best wel zwaar leven heeft en uiteindelijk
ook vermoord wordt maar aan het einde van het boek gaat het medelijden weg
omdat het blijkt dat hij de twee geliefden met opzet uit elkaar heeft gedreven.
Bespreek zaken als: setting, perspectief, open plekken, enzovoort.
Het lijkt op een plek
die gelijk is aan de aarde maar ook weer niet want er wordt de hele dag door
gebouwd en er wordt telkens ook weer iets veranderd maar de hel die zou je wel
kunnen vergelijken met onze wereld.
Het wordt verteld uit
het hij-perspectief, behalve in de brieven (daar is het een ik-persoon).
Open plekken zijn als
Benny uit de stoel komt en hij weer gewoon op straat loopt dan denk je dat hij
het overleeft heeft terwijl je er na een tijdje achterkomt dat hij in de hel
zit. En je vraagt je aan het einde van het boek ook vaak af waar Gini zich
bevindt, wat ook een open plek veroorzaakt.
Bespreek het thema en eventuele motieven.
Het thema kan zijn hoe
de liefde tot stand kan blijven door herhaling want in het boek krijg je te
maken met twee geliefdes die zelfs na het leven van één dag nog steeds van
elkaar houden en alles daarvoor over hebben om bij elkaar te blijven en ookal
moeten ze dit doen door in eeuwige herhaling te leven. Een tweede thema kan de
relativiteit zijn want de aardse tijd daar (het leven van een dag) dat staat
tegenover de tijd in de hel, wat zij als een eeuwigheid zien, en wat je kan
vergelijken met het de tijd van het leven bij ons op aarde. Bovendien is
ontevredenheid komt dat een groot deel voor in het boek want de hoofdpersonen
zijn ontevreden met het leven van een dag en willen alleen maar meer, ze nemen
er geen genoegen mee.
Het belangrijkste
motief is licht en schaduw want elke persoon gebruikt de schaduw als klok, dat
komt heel vaak terug in het boek. Een ander motief is de onherhaalbaarheid, dat
komt ook in het hele boek terug. Dit motief verdwijnt aan het einde van het
boek want aan het einde van het boek wordt het alleen maar herhaling doordat
Benny in de hel komt
Geef een oordeel over het boek.
Het boek verbaasde ons enorm. Dat het boek fictie
was verbaasde ons enorm, aangezien er niet veel fictie voorkomt in de
Nederlandse literatuur. Natuurlijk is niet alles verzonnen, aangezien
verschillende geloven al zeggen dat de hel en de hemel ook echt bestaan. Toch
speelt de schrijver heel erg met de morelen van mensen. De man die de moord
intentioneel pleegt komt in de hel terecht, terwijl zijn liefje Gini in de
hemel komt, aangezien die het niet met duidelijke opzet had gepleegd (moreel
argument). Je ging hierdoor als lezer ook erg nadenken over hoe je
de man zijn lot zou kunnen veranderen. Zouden ze ook samen in de hemel zijn
kunnen gekomen? Had Gini ook nog iets vreselijks moeten doen om zo samen met
Benny in de hel te komen? De schrijver heeft dit erg mooi gespeeld. Het realiteitsgehalte
valt te bespreken (realistisch argument). Het leven
duurt op aarde (vaak) niet een dag en wordt voor mensen berekent op zo'n 80
jaar. In het boek duurt het leven volgens Benny (en de priester) maar één dag.
Daarna is het over en gaan ze naar de hemel, of als ze iets slechts doen, naar
de hel.
We vinden het verhaal erg
mooi geschreven, omdat je jezelf snel kon verliezen in het verhaal. Je kon
jezelf goed verbeelden hoe de wereld in elkaar zat, in plaats ervan dat alles
al voor je verzonnen was (esthetisch argument). Alles wordt
erg duidelijk beschreven, maar toch heb je vrede met alle dingen die worden
genoemd. Als je ons hier op aarde nu zou vertellen dat het leven maar één dag
duurde, zouden we allemaal gek worden. Echter het boek lezende, hebben we er
een soort vrede mee en klinkt het zelfs nog wel mooi.
Persoonlijke conclusie
Het bespreken van het
boek ging in ons groepje naar mijn mening goed. We hebben geen lange discussies
gehad, want we hadden alledrie wel een beetje dezelfde mening over het boek. In
het begin was er wel wat verwarring over het tijdstip wanneer we het boek
zouden gaan bespreken, maar dat hebben we uiteindelijk goed opgelost.
Door deze opdracht heb
ik geleerd om samen de details en achterliggende gedachtes uit een boek te
halen. Tijdens het lezen viel iedereen een aantal dingen op en die hebben we
samen in ons groepje besproken. Het was leuk om te zien dat je af en toe
dezelfde dingen in het boek opmerkt en ook juist dat iemand anders iets opviel dat
jij niet hebt opgemerkt.
Het leesniveau van dit
boek was niveau 4. Ik vond het boek helemaal niet moeilijk om te lezen, dus ik kan
volgende keer wel een boek met hoger leesniveau proberen. Ik denk dat ik dus
volgende keer een boek uit ga kiezen van leesniveau 5. Welk boek weet ik nog niet
precies.
woensdag 3 april 2013
Verlichting opdracht literatuur
1. De Zon
Als ik de zon zie schijnen,
Die met haar lieve stralen Deze aarde vrolijk koestert; Op dat er kruiden groeien, Om vee en mensch te spijzen; Dan denk ik, met aanbidding, Hoe groot moet God niet weezen! Die zon heeft hij geschapen! En dat uit enkel liefde! (Van Alphen, 1787) |
2. De moeder van een duizendpoot
is vrees'lijk ontevreden want haar zoontje is zojuist in de sloot gegleden. En als je even rekent weet je wat dat betekent: op z'n hoofd een dikke buil en wel duizend sokjes vuil! (Han G. Hoekstra) |
3. Vis
'Visje wil
iets zeggen,
Visje kijkt me aan. Visje tuit zijn lippen, Maar ik kan hem niet verstaan nooit en nergens kan ik horen wat visje van me wil: ik ben waterwoordendoof, visje mensenstemmenstil.'
(Edward
van de Vendel)
|
4. Ik ben lekker stout
Ik wil niet meer, ik wil niet meer!
Ik wil geen handjes geven! Ik wil niet zeggen elke keer: Jawel mevrouw, jawel meneer... nee, nooit meer in m'n leven! Ik hou m'n handen op m'n rug en ik zeg lekker niks terug! Ik wil geen vieze havermout, ik wil geen tandjes poetsen! Ik wil lekker knoeien met het zout, ik wil niet aardig zijn, maar stout en van de leuning roetsen en schipbreuk spelen in de teil en ik wil spugen op het zeil! En heel hard stampen in een plas en dan m'n tong uitsteken en morsen op m'n nieuwe jas en ik wil overmorgen pas weer met twee woorden spreken! En ik wil alles wat niet mag, de hele dag, de hele dag! En ik wil op de kanapee met hele vuile schoenen en ik wil aldoor gillen: nee! En ik wil met de melkboer mee en dan het paardje zoenen. En dat is alles wat ik wil en als ze kwaad zijn, zeg ik: Bil!
(Annie M.G. Schmidt)
|
Gedicht 1
Dit gedicht is het oudste
van de vier. Het taalgebruik in dit gedicht is best moeilijk, vooral voor
kinderen. In dit gedicht zit een duidelijke les. God wordt namelijk aangeprezen
en de les is dat kinderen God moeten vereren en dat ze moeten beseffen wat hij allemaal
heeft gedaan voor hen. Dat wordt allemaal verteld in dit gedichtje. Het gedicht
rijmt niet. Het onderwerp van het gedicht past bij de kinderbeleving, want het
gedicht wordt uit de ogen van een kind geschreven. Het kind ziet de zon
schijnen en denkt daar dan verder over na. Het kind trekt conclusies uit zijn
eigen waarnemingen, dat is typisch voor de gedichten van Van Alphen.
Gedicht 2
In dit gedicht worden er
makkelijke woorden gebruikt, dus het taalgebruik is niet echt moeilijk. In dit
gedicht zit geen duidelijke les of moraal. Het gaat namelijk over een gebeurtenis
(de duizendpoot valt in de sloot en daarom zijn zijn sokken vies). Je zou er
misschien uit kunnen halen dat de les is dat een kind ervoor moet zorgen dat
hij niet in de sloot moet vallen, maar dat vind ik niet echt een moraal te
noemen. Het gedichtje rijmt. Ik vind het onderwerp passen bij de
kinderbeleving, want het gaat over een gebeurtenis die het lezende kind ook zou
kunnen overkomen en wat waarschijnlijk in zijn wereldje ook wel eens is gebeurt
bij iemand anders. Er zal vast wel iemand in de sloot zijn gevallen of hij zal
het vast wel eens hebben gehoord.
Gedicht 3
Het taalgebruik in dit
gedicht is makkelijk. In dit gedicht zit ook geen duidelijke les, net als in
het vorige gedicht. Het gedicht rijmt. Het onderwerp past ook bij de
kinderbeleving. Dit gedicht is namelijk ook uit de ogen van een kind
geschreven. Het kind is een vis aan het bekijken en zegt dan dit gedichtje. Dit
deed Van Alphen ook in zijn gedicht ‘De zon’. Deze manier van kindergedichten
schrijven wordt dus tegenwoordig nog steeds gebruikt.
Gedicht 4
Het taalgebruik in dit
gedicht is ook makkelijk. Wat dus opvalt is dat de laatste drie gedichten die
het meest modern zijn allemaal makkelijk taalgebruik hebben. Vroeger gebruikten
men moeilijkere woorden in de kindergedichten. Dat is dus verandert. In dit
gedicht zit ook geen duidelijke les. Het gedichtje is juist bijna het
tegenovergestelde, want als kinderen alle dingen die in dit gedicht worden
gezegd over gaan nemen, zou men niet blij worden. In het gedicht wordt namelijk
alles gezegd wat eigenlijk niet mag en waarvan een kind heeft geleerd dat het
slecht is. Wat dus ook een verandering in de kindergedichten is van ‘vroeger’
en nu is de moraal. In het gedicht van Van Alphen zit een duidelijke les en in
de drie modernere gedichtjes niet. Er worden nu dus minder vaak kindergedichten
geschreven met een moraal erin dan vroeger. Het gedicht rijmt. Het onderwerp
past ook bij de kinderbeleving, want kinderen proberen vaak hun grenzen op te
zoeken. Ze doen vaak juist de dingen die niet mogen en daar gaat dit gedichtje
over.
dinsdag 15 januari 2013
Leesverslag Algemeen: Knielen op een bed violen
Algemene informatie
Auteur: Jan Siebelink
Titel: Knielen op een bed violen
Plaats van uitgave: Zutphen
Jaar van uitgave: 2005
druk (jaar van eerste uitgave): 2005
aantal pagina's: 446
Genre: roman
Korte samenvatting
Hans Sievez groeit op in een godsdienstig ‘zwaar’ milieu. Elke zondag moet hij verplicht met zijn vader en moeder naar een orthodoxe groepering. Zijn vader had zich namelijk bij deze orthodoxe groepering aangesloten. Als zijn moeder dood gaat vlucht hij uit zijn dorp Lathum en gaat naar Den Haag. Daar gaat hij werken op een kwekerij en ontmoet hij Jozef Mieras. Hij verbreekt de vriendschap met Jozef, omdat hij hem niet helemaal vertrouwt. Ondertussen verloofd hij zich met zijn jeugdliefde Margje. Samen gaan ze wonen in een huis gelegen bij Velp. Daar richt Hans zijn eigen kwekerij op. Na de geboorte van zijn zoon Ruben (= Jan Siebelink) zoekt Jozef Mieras hem weer op. Langzamerhand komt Hans in de ban van het calvinisme. Geleidelijk aan wordt het steeds erger. Hij heeft geen aandacht meer voor zijn vrouw en kinderen, inmiddels heeft hij na een miskraam nog een zoon gekregen, Tom. Hij is alleen nog maar bezig met het bezoeken van calvinistische bijeenkomsten en het ontvangen van de volgelingen achter in de tuin. Margje kan er niks tegen doen totdat ze vertrekt. Na tien dagen komt ze weer terug, omdat ze Hans mist. Hans verbreekt daarna voor een paar jaar elk contact met de calvinistische volgelingen. Wel leest hij nog vele boeken over het calvinistische geloof. Als er long kanker bij hem wordt geconstateerd neemt hij weer contact met ze op. Hij wil niet in hel eindigen en laat daarom de volgelingen komen naar zijn sterfbed. Uiteindelijk sterft hij. Zijn vrouw en kinderen krijgen geen toestemming om afscheid van hem te nemen.
Verwachtingen
Ik ben dit boek gaan lezen, omdat mijn moeder mij vertelde over dit boek. Zij vond het een erg mooi boek en vond dat je zo een goede indruk kreeg van wat het geloof met een gezin kan doen. Hierdoor kreeg ik hoge verwachtingen van het boek. Bovendien heb ik een positieve recensie gelezen over dit boek in de krant, waardoor mijn verwachtingen nog hoger werden.
Motieven en thema
Het thema van dit boek is de invloed van godsdienst op mensen en op het gezin. In dit boek krijg je namelijk heel goed te zien wat de godsdienst met Hans Sievez en zijn gezin doet. Hans Sievez raakt helemaal verstrengelt met het calvinistische geloof en verwaarloost hierdoor zijn gezin.
Een van de motieven in dit boek is de dood. In het begin van het boek sterft de moeder van Hans en later ook zijn vader. Uiteindelijk sterft Hans zelf ook. Een ander motief is de relatie tussen vader en zoon. In dit boek wordt namelijk veel aandacht besteed aan de relatie tussen Hans en zijn vader en Hans en zijn zoon.
Beoordeling
schrijfstijl: Ik vind zelf dat de schrijfstijl van deze schrijver in dit boek fijn is om te lezen. Af en toe gebruikt hij zinnen waarvan je je afvraagt of ze wel kloppen, maar dat vind ik juist wel mooi, want je gaat dan nadenken over de zin. Ik vind dat dit verhaal geschreven is in mooie zinnen en dat de woorden die gebruikt worden ook mooi gevonden zijn. De schrijver brengt hiermee het verhaal goed over.
inhoud: Het vertelperspectief vind ik zelf iets minder. Ik kan me nooit zo goed inleven in de hoofdpersoon als het verhaal in de derde persoon wordt verteld. Ik houd meer van verhalen die in het ik-perspectief zijn geschreven, omdat ik me dan beter kan inleven.
Eindoordeel
Ik vond dit boek een mooi boek om te lezen, omdat je leest over een heel andere wereld. Ik was namelijk niet bekend met zulke grootse geloofsopvattingen en kon me niet echt voorstellen dat mensen zo met hun geloof kunnen meegaan. Mijn verwachtingen zijn uitgekomen, want ik heb inderdaad gezien wat de godsdienst met een gezin kan doen en hoeveel invloed het kan hebben op het gezin.
Auteur: Jan Siebelink
Titel: Knielen op een bed violen
Plaats van uitgave: Zutphen
Jaar van uitgave: 2005
druk (jaar van eerste uitgave): 2005
aantal pagina's: 446
Genre: roman
Korte samenvatting
Hans Sievez groeit op in een godsdienstig ‘zwaar’ milieu. Elke zondag moet hij verplicht met zijn vader en moeder naar een orthodoxe groepering. Zijn vader had zich namelijk bij deze orthodoxe groepering aangesloten. Als zijn moeder dood gaat vlucht hij uit zijn dorp Lathum en gaat naar Den Haag. Daar gaat hij werken op een kwekerij en ontmoet hij Jozef Mieras. Hij verbreekt de vriendschap met Jozef, omdat hij hem niet helemaal vertrouwt. Ondertussen verloofd hij zich met zijn jeugdliefde Margje. Samen gaan ze wonen in een huis gelegen bij Velp. Daar richt Hans zijn eigen kwekerij op. Na de geboorte van zijn zoon Ruben (= Jan Siebelink) zoekt Jozef Mieras hem weer op. Langzamerhand komt Hans in de ban van het calvinisme. Geleidelijk aan wordt het steeds erger. Hij heeft geen aandacht meer voor zijn vrouw en kinderen, inmiddels heeft hij na een miskraam nog een zoon gekregen, Tom. Hij is alleen nog maar bezig met het bezoeken van calvinistische bijeenkomsten en het ontvangen van de volgelingen achter in de tuin. Margje kan er niks tegen doen totdat ze vertrekt. Na tien dagen komt ze weer terug, omdat ze Hans mist. Hans verbreekt daarna voor een paar jaar elk contact met de calvinistische volgelingen. Wel leest hij nog vele boeken over het calvinistische geloof. Als er long kanker bij hem wordt geconstateerd neemt hij weer contact met ze op. Hij wil niet in hel eindigen en laat daarom de volgelingen komen naar zijn sterfbed. Uiteindelijk sterft hij. Zijn vrouw en kinderen krijgen geen toestemming om afscheid van hem te nemen.
Verwachtingen
Ik ben dit boek gaan lezen, omdat mijn moeder mij vertelde over dit boek. Zij vond het een erg mooi boek en vond dat je zo een goede indruk kreeg van wat het geloof met een gezin kan doen. Hierdoor kreeg ik hoge verwachtingen van het boek. Bovendien heb ik een positieve recensie gelezen over dit boek in de krant, waardoor mijn verwachtingen nog hoger werden.
Motieven en thema
Het thema van dit boek is de invloed van godsdienst op mensen en op het gezin. In dit boek krijg je namelijk heel goed te zien wat de godsdienst met Hans Sievez en zijn gezin doet. Hans Sievez raakt helemaal verstrengelt met het calvinistische geloof en verwaarloost hierdoor zijn gezin.
Een van de motieven in dit boek is de dood. In het begin van het boek sterft de moeder van Hans en later ook zijn vader. Uiteindelijk sterft Hans zelf ook. Een ander motief is de relatie tussen vader en zoon. In dit boek wordt namelijk veel aandacht besteed aan de relatie tussen Hans en zijn vader en Hans en zijn zoon.
Beoordeling
schrijfstijl: Ik vind zelf dat de schrijfstijl van deze schrijver in dit boek fijn is om te lezen. Af en toe gebruikt hij zinnen waarvan je je afvraagt of ze wel kloppen, maar dat vind ik juist wel mooi, want je gaat dan nadenken over de zin. Ik vind dat dit verhaal geschreven is in mooie zinnen en dat de woorden die gebruikt worden ook mooi gevonden zijn. De schrijver brengt hiermee het verhaal goed over.
inhoud: Het vertelperspectief vind ik zelf iets minder. Ik kan me nooit zo goed inleven in de hoofdpersoon als het verhaal in de derde persoon wordt verteld. Ik houd meer van verhalen die in het ik-perspectief zijn geschreven, omdat ik me dan beter kan inleven.
Eindoordeel
Ik vond dit boek een mooi boek om te lezen, omdat je leest over een heel andere wereld. Ik was namelijk niet bekend met zulke grootse geloofsopvattingen en kon me niet echt voorstellen dat mensen zo met hun geloof kunnen meegaan. Mijn verwachtingen zijn uitgekomen, want ik heb inderdaad gezien wat de godsdienst met een gezin kan doen en hoeveel invloed het kan hebben op het gezin.
Abonneren op:
Posts (Atom)